Inmiddels zijn we een paar weken verder in het traject en de grote dag komt steeds dichterbij. Ik heb een datum! Nog maar een week te gaan, want op donderdag 19 december word ik geopereerd. Het voelt nog een beetje onwerkelijk, maar tegelijkertijd ben ik ontzettend blij en opgelucht.
Toen ik de datum te horen kreeg, stond de groepsapp met mijn lotgenoten al roodgloeiend. Iedereen deelde enthousiast dat ze gebeld werden, en ik wist: mijn beurt komt zo. Zodra de telefoon ging, maakte ik letterlijk een sprongetje van vreugde. Het moment waar ik al zo lang op zat te wachten! Na het telefoontje heb ik uitbundig gejuicht – de buren dachten vast dat ik de loterij had gewonnen.
De laatste weken ben ik er intensief mee bezig geweest. In het voortraject spraken we veel over de psychologische kant van eten. Wat zijn je triggers? Voor mij was dat geen kort lijstje, kan ik je vertellen. Verjaardagen met taart, hapjes én chips? Check. Een gezellig terras met bitterballen? Dubbelcheck. Avondjes op de bank met een zak chips als gezelschap? Need I say more? Het is net alsof gezelligheid en lekkernijen in mijn hoofd onlosmakelijk verbonden zijn.
De psycholoog gaf me handige tips. Wat kun je tegen jezelf zeggen op zo’n moment? Bijvoorbeeld: “Wat wil ik eigenlijk bereiken?” Mijn doelen zijn duidelijk. Volgende zomer wil ik zorgeloos in het zwembad duiken met mijn zoontje. Ik wil me fit voelen, sporten en bewegen zonder gehijg na een trap. En vooral: ik wil mezelf niet meer druk maken over hoe ik eruitzie. Dat zijn de dingen die ik tegen mezelf probeer te zeggen als de verleiding toeslaat.
Het idee is ook om keuzes te maken. Als ik dit weekend uit eten ga, sla ik die traktatie op werk even over. En als de drang naar chips toeslaat, kan ik in plaats daarvan een rondje gaan lopen of een boek pakken. De psycholoog benadrukte ook dat ik niet te streng voor mezelf moet zijn. “Dit gedrag heb je jaren opgebouwd,” zei ze. “Het hoeft niet meteen perfect te gaan.” Een beetje mildheid mag dus ook. Dat geeft me rust.
De laatste groepsbijeenkomst was samen met partners. We werden in verschillende ruimtes verdeeld. De partners bespraken met de psycholoog welke zorgen of vragen er nog waren. Mijn man bleek er eigenlijk heel relaxed in te staan. Hij was al goed op de hoogte van alles. Soms vraag ik me af of hij het niet onderschat, maar na de bijeenkomst hebben we er samen over gesproken. Ik verwacht nu wel dat het goed zit.
Met de groep die de operatie binnenkort zal ondergaan, bespraken we ook de vloeibare fase. Ik schoot een beetje in paniek omdat ik nog niets had voorbereid, maar gelukkig bleek dat ik niet de enige was. Op één iemand na had nog niemand iets klaargezet. Dag 1 draait vooral om drinken en eventueel wat bouillon. Op dag 2 en 3 mag je dik vloeibaar eten, zonder stukjes. Denk aan yoghurt, kwark, vruchtenmoes en soepen. Vanaf dag 4 en 5 bouw je op naar grof gemalen voeding, zoals geprakt fruit in de yoghurt, gepureerde warme maaltijden en een zachtgekookt eitje. Daarna begin je voorzichtig met de overgang naar vaste voeding. Dit gaat in kleine stapjes: eerst een luchtige cracker, daarna een beschuit en pas later brood. Deegwaren zoals pasta komen pas als laatste aan bod, want die kunnen nogal zwaar vallen.
Tijdens deze laatste bijeenkomst was er ook een ervaringsdeskundige aanwezig. Hij vertelde openhartig over zijn traject en wat hem het meest was bijgebleven. De positieve kanten spraken me aan: je voelt je fitter, je krijgt meer complimenten en – niet geheel onbelangrijk – je mag veel shoppen. Yes! Maar hij benoemde ook de minder leuke kanten, zoals mogelijk haarverlies en dat het best even duurt voordat je zelfbeeld echt mee verandert. Je verliest de kilo’s, maar dat betekent niet dat je meteen anders naar jezelf kijkt. Zijn eerlijkheid vond ik verfrissend en het helpt om een realistischer beeld te hebben van wat me te wachten staat.
Deze week stond er nog een etentje met vriendinnen op de planning. Niet dat ik daarna nooit meer uit eten kan, maar het voelt fijn om nog even te genieten. Bovendien helpt het om de spanning voor de operatie wat te verminderen. Wat ik ook fijn vind: ik voel geen drang om “nog even los te gaan” met eten. Het voelt als een nieuwe mindset, en dat is een goed teken.
Nu de operatie zo dichtbij is, ben ik me ook anders gaan voorbereiden. De informatieve video van de chirurg heb ik nog eens bekeken. Eerder dacht ik: ach, dat valt allemaal wel mee. Maar nu moet ik toch slikken bij de mogelijke complicaties. Het is tenslotte een operatie onder narcose – dat blijft spannend. Daarnaast denk ik na over de eerste weken erna. Hoe ga ik dat doen met mijn zoontje van twee? Hij begrijpt inmiddels dat mama hem even niet kan tillen. Zijn reactie? “Ik kan zelf heel goed lopen, hoor mama!” Een lieverd is het. Gelukkig hebben we een topteam thuis en pakken mijn man en ik dit samen aan.
Thuis print ik alle voorbereidende documenten uit. Ik maak een overzicht van alle medicatie die ik na de operatie nodig heb en stel een lijst samen van wat ik mee moet nemen naar het ziekenhuis. De spanning loopt wel op. Ik heb er veel vertrouwen in, maar ik ben ook zenuwachtig. Zowel voor de operatie als voor de periode erna. Hoe zal het herstel verlopen? Hoe gaat het met de nieuwe eetgewoontes?
Ik lees ook ervaringsverhalen van anderen. De meesten zijn positief, maar er zijn ook verhalen over ongemakken en uitdagingen. Het maakt me wel een beetje zenuwachtig, maar tegelijkertijd houd ik mijn doel voor ogen. Ik ben gezond en heb vertrouwen in mijn lichaam. Het zal vast wennen zijn, maar ik ben er klaar voor om door die eerste lastige periode heen te komen.
En de kerst dan? Nee, ik zal dit jaar niet smullen van het kerstdiner. Maar weet je? Dat maakt me niet uit. Het gaat om het samen zijn, niet om wat er op je bord ligt. Bovendien ben ik blij dat het dit jaar nog gebeurt. 2025 wordt een jaar van nieuwe kansen en ik laat de spanning achter in 2024. Vooruitkijken, dat is wat telt.
Dus kom maar op, 19 december. Ik ben er klaar voor!
